John Zorn (1953)
Vier strijkkwartetten van John Zorn
Memento mori (1992)
Ignotium Per Ignotius
(the unknown by way of the more unknown)
Cat O'Nine Tails (1988)
Kol nidrei (1996)
The Dead man (1990)
13 specimen for string quartet:
variations/nocturne/fanfare/sonatas/rondo/blossoms
meditation (The Blue of Noon)/manifesto/
fantasy/folio/etude (hockey)/prelude romance
Cat O'Nine Tails is het oudste werk van de vier strijkkwartetten van John Zorn die het Mondriaan Kwartet speelt. De musici moeten om de paar maten van tempo wisselen en dat meer dan tien minuten lang. Het instuderen is als het monteren van een danig verknipte film waarbij je over ieder stukje moet nadenken hoe lang het moet zijn en waar je het aan vast plakt. Niet voor niets zegt Zorn op zijn website dat zijn muziek haar geheimen pas prijs geeft na grondige studie. Als luisteraar heb je daar geen last van en word je getracteerd op een spectaculaire kaleidoscoop van overbekende tot nooit gehoorde kwartetklanken. De muziek varieert van een sentimenteel walsje tot scheurend gescratch en huilende meeuwen in de verte. Onverwachte wendingen leveren ontroerende momenten op. En als je na een minuut of negen denkt, nu is de koek op, klinkt er ineens een persiflage op een van de bekendste Paganini caprices en dan denk je, verhip dat kan natuurlijk ook: even dollen met een citaat uit het solorepertoire voor viool!
Toch ging Zorn twee jaar later in het strijkkwartet The Dead man nog aanmerkelijk veel verder in het zoeken naar nieuwe klanken. Om zijn experimenten overzichtelijk te houden beperkte hij zich wel tot korte deeltjes of 'specimen' die hij elk een titel meegaf. Bij het bestuderen van de handgeschreven partituur biedt dat enig houvast. Wat verstaat Zorn onder een Fantasy? Duidelijk meer 'crunch' en 'scratch' effecten dan bij de andere stukken, bij de wilde potloodkriebels in de voorlaatste maat staat zelfs 'go crazy!'. In de Fanfare wisselen experimentele klanken zich af met lange open en eenvoudige noten waarbij je je inderdaad een blaaskapel kunt voorstellen. In de Sonatas zet Zorn grote curven tegen elkaar van 'very fast practice notes'. De Prelude is zoals je ook zou verwachten geconcipieerd als een vrije vorm met een paar inleidende maten aan het begin en een improvisatie in het midden en de Nocturne is vooral fluisterzacht en geheimzinnig.
Het meest 'sophisticated' is zonder enige twijfel het strijkkwartet Memento Mori uit 1992. Hier zijn de losse experimenten van de al enigszins in ontbinding verkerende 'Dead man' op een organische manier toegepast in een doorgecomponeerde vorm. Een keurige partituur daarvan is in druk verschenen bij Theater of Music Optics in mei 1995. Op het voorblad prijkt bij wijze van waarschuwing een doodskop. Memento mori is gecomponeerd 'for Ikue'. Nieuw lijkt het spelen met bewust ontstemde snaren. Een of twee van de strijkers moet zijn instrument stemmen terwijl de andere voorgeschreven noten spelen. Dat het niet de bedoeling is je medespelers volledig in de steek te laten blijkt uit de aanwijzing: 'begin to retune in as unselfconscious a manner as possible - But be aware of the sounds you are making and the sounds around you'.
In Kol nidrei uit 1996 lijkt Zorn tijdelijk terug te verlangen naar de sobere eenvoud van 'four part writing for strings', in gewone ronde noten zonder ingewikkelde krabbels en effecten. Het lijkt erop dat Zorn er steeds beter in slaagt met zijn grote ervaring in de geimproviseerde muziek en in filmmuziek de klassieke literatuur van verfrissend commentaar te voorzien. Maar wat heeft John Zorn zelf te melden over zijn vier strijkkwartetten? 'Eigenlijk niet zoveel', zegt hij door de telefoon, om vervolgens toch enkele verhelderende opmerkingen te maken: 'Ik wilde heel verschillende stukken schrijven, zodat er bij een uitvoering van de vier strijkkwartetten samen, zowel voor de spelers als voor het publiek zoveel mogelijk afwisseling zou zijn. Kol Nidrei is heel eenvoudig van opzet. Memento mori is het meest ingewikkelde werk.' - Maakt Kol Nidrei deel uit van de zoektocht naar de joodse roots van je Oost-Europese voorouders? 'Ja, dat is inderdaad zo. Kol nidrei is een gebed en het biedt de spelers een hele andere uitdaging dan de overige composities. Het is heel breed opgezet. Het lijkt vrij gemakkelijk om te spelen, maar het is heel moeilijk om dit strijkkwartet goed te intoneren. De stemmen liggen ver uit elkaar en de eerste viool houdt een noot bijna voor de volle acht minuten aan. The Dead man is gebaseerd op het verhalende gedicht La Mort van Georges Bataille (1897-1962). Hij was een belangrijke literaire figuur in de jaren veertig en vijftig. In feite is Dead man een suite van miniaturen die handelt over geluiden. Memento mori is heel emotioneel en gaat over een verloren liefde. De toonhoogtes van Memento Mori zijn ontleend aan de Lyrische Suite van Alban Berg*, die gaat eveneens over een verloren liefde. In Memento mori klinken op verschillende momenten citaten daaruit, maar die zitten heel erg verstopt. Ze zijn lastig te traceren. Het is een heel vreemd stuk geworden, heel uitgebreid en erg lang. Ik zocht naar een mix van enerzijds de klanken die ik had ontdekt tijdens het schrijven van The Dead man en anderzijds een meer romantisch idioom.'
Dankzij de talloze uitvoeringen van dit werk door het befaamde Kronos Kwartet, is Cat O'Nine Tails verreweg het meest bekende strijkkwartet van John Zorn. Toch maakt Zorn enige kanttekeningen bij dit succes: 'Ik ben niet blij met de huidige uitvoeringen van Cat O'Nine Tails door het Kronos Quartet. Ik heb het indertijd met ze opgenomen in de studio en toen hebben ze zich gehouden aan mijn aanwijzingen en was de uitvoering helemaal perfect. Vervolgens hebben ze het honderden keren uitgevoerd en is het een soort van lijfstuk van ze geworden. Cat O'Nine Tails is nu echt een onderdeel van hun identiteit. Alleen hebben ze gaandeweg de tempi veel te veel opgeschroefd en zijn ze kleine grappen en zelf verzonnen vocale dingetjes, die er tijdens de concerten weleens in slopen, vast gaan houden. Dat doen ze nu structureel en zo is het stuk niet bedoeld. Er zit wel humor in, maar die is subtiel bedoeld en niet als een platte grap! Maar goed zo erg is het nou ook weer niet. Het is mooi dat mijn muziek dankzij het Kronos Kwartet zo vaak gespeeld wordt, maar ik verheug me nu wel des temeer op de uitvoering door het Mondriaan Kwartet.' *In de Lyrische Suite voor strijkkwartet heeft Alban Berg in de jaren 1925-26 zijn buitenechtelijke liefde bezongen voor Hanna Fuchs-Robettin, die de zuster was van de schrijver Franz Werfel.
C Huib Ramaer, 1999
|