Diderik Wagenaar (1946)
Limiet (1985, rev. 1986)

Geschreven in opdracht van de Johan-Wagenaarstichting
Limiet is een lastig stuk om te spelen maar ook om naar te luisteren, Net als Metrum (voor orkest en saxofoonkwartet,1984) vereist het stuk een soort van "close-listening",dat bemoeilijkt wordt door de hoge muzikale actiesnelheid. Een vergelijking is hier mogelijk: we zitten in een trein en we proberen tijdens het met hoge snelheid passeren van een station de detaillering van het stationsgebouw te observeren en de teksten op de reclameborden te lezen. Wij kunnen die pogingen ook achterwege laten en ons overgeven aan de visuele totaal-indruk, die de voorbijrazende vormen, kleuren, objecten en figuren maken: een voorbijrazend station ziet er anders uit dan een voorbijrazende boomgaard of tegemoetkomende trein. In Limiet worden snelle atonale akkoordopeenvolgingen afgewisseld met momenten van stilstand, die bestaan uit tonale akkoorden. Deze afwisseling tussen snel en langzaam is niet regelmatig maar wel goed waarneembaar. Ook kunnen we horen dat de snelle beweging in de loop van het stuk in etappes sneller wordt, en de trage tonale interrupties langer worden en steeds meer het karakter krijgen van een melodie met begeleiding. Aan het slot zijn deze melodieuze interrupties uitgegroeid tot een uitgebreid langzaam koraal, waarvan de melodie vrij eenvoudig is. De opbouw van de compositie wordt dus gekenmerkt door twee muzikale ontwikkelingen, waar steeds afwisselend een blik op geworpen wordt.

D. Wagenaar